Recensies

Lise Delabie is literatuurcriticus voor de lage landen en Humo.

Recente publicaties:


Ali Smith, ‘Gezelschap’ (Humo)

Qua zeggingskracht en urgentie laat het seizoenskwartet zich niet helemaal evenaren. Maar Smith smeedt haar woorden wel zo naadloos aaneen dat het eindpunt je onverhoeds ontroert. 


Carmien Michels, ‘Vaders die rouwen’ (de lage landen)

Haar taal schakelt als een soundtrack tussen uitgesponnen lyriek en staccato. Net wanneer het verhaal in zijn plooi lijkt te vallen, laat Michels de teugels vieren tot alles ontspoort.


Moya De Feyter, ‘Een heel dun laagje’ (Humo)

In elke tekst resoneert de angst om te leven in een wereld die naar de knoppen gaat. ‘Een heel dun laagje’ is haar bezwering.


Emy Koopman, ‘Tekenen van het universum’ (de lage landen)

In het hoofdstuk ‘I am the artist, I am in control’ verschijnt het citaat: “Als ik er droevig uitzie, of breekbaar, of emotioneel, dan is dat omdat ik er zo wíl uitzien.” Hetzelfde geldt voor de literaire waanzin van Koopman. Het adjectief sentimenteel draagt ze als een geuzennaam.


Julie Otsuka, ‘De zwemmers’ (Humo)

Maar het is vooral Otsuka’s mildheid die ‘De zwemmers’ zo krachtig maakt, de genegenheid waarmee ze Alice portretteert en de welwillende ironie. Een helende literaire balsem, deze derde Otsuka.


Jannie Regnerus, ‘Het wolkenpaviljoen’ (de lage landen)

Door de breuk geen woorden te geven, houdt Regnerus ook de harde realiteit weg uit ‘Het wolkenpaviljoen’. Ook dat is tederheid. In het bedachtzame proza van Regnerus spreken beelden voor zich.


Jens Meijen, ‘De lichtjaren’ (de lage landen)

Hier komt Meijen tot de kern van zijn onderzoek, want het gaat hem niet zozeer om mens-zijn in een dystopisch 2040, maar om mens-zijn in elke tijd: “Als je ver genoeg uitzoomt op de tijdlijn, leeft iedereen gewoon tegelijkertijd.”


Thomas Heerma Van Voss, ‘Condities’ (de lage landen)
Hallo, dit gaat om een lichaam dat dienst weigert.

Heerma Van Voss’ personages meten de wereld volgens een eigen logica. In de wereld van Stern druk je liefde voor een zoon uit in de mate waarin je je schoenen opblinkt. Pek ervaart dan weer triomf wanneer mensen sterven die jonger zijn dan hij; zíjn lichaam houdt het immers wel. 


Het lichamelijke oeuvre van Bregje Hofstede (de lage landen)
Schrijven met je lijf.

Hier is er geen mind over matter, er moet naar het lichaam worden geluisterd. Dat lichaam vertoont rode vlekken, schilfert en weigert te slapen, een eerste indicator van problemen. Het hoofd komt met zijn rationalisering hopeloos te laat: het lichaam dwaalt al door de straten.


Marieke Lucas Rijneveld, ‘De avond is ongemak’ (de lage landen)
Een liniaal tussen twee lichamen.

De kinderlijke logica vormt tegelijk de charme en de wreedheid van de roman. Zo vindt Jas de verklaring
voor haar stoelgangproblemen in haar verlatingsangst. Haar probleem wordt een prestatie: “Ik kon
mijn poep vasthouden, niets wat ik niet kwijt wilde hoefde ik vanaf nu nog te verliezen.”